'Phaethon's val'
potlood en inkt tekening, 145 cm x 175 cm.
Dit is een verhaal over controleverlies en over dromen die niet worden waargemaakt. Het is een persoonlijke interpretatie van een bekende Griekse mythe.
Een uitgebreidere samenvatting voor wie nieuwsgierig is:
Phaethon is de zoon de zonnegod Apollo en hij schept daar graag over op. Spijtig genoeg is zijn moeder geen godin en Phaethon is daarom ook maar gewoon mens. Dat verliest hij echter nogal eens uit het oog. Zijn leeftijdsgenootjes vinden dat Phaethon wel een toontje lager mag zingen. Vooral Ephasus is sceptisch over Phaethon’s goddelijke afkomst en hij maakt hem bespottelijk. In zijn trots gekrenkt, vertrekt Phaethon naar het paleis van de zonnegod. Hij moet en zal bewijzen dat Apollo zijn vader is.
“Mijn beste jongen,” zegt Apollo geamuseerd, “heb geen twijfel! Jij bent mijn zoon en daarom ben je mij dierbaar. Hoe kan ik dat nu bewijzen? Weet je wat, ik zal mijn vaderliefde laten blijken door een wens van jou in vervulling te laten gaan. Zoonlief, vertel me wat je hartje begeert.”
Phaethon is verrukt. Vurig wenst hij: “Vader, laat mij in uw koets de weg van de zon afleggen. Voor één dag zal ik de zonsopgang en ondergang regelen.”
Apollo heeft onmiddellijk spijt van zijn belofte: een sterveling is niet sterk genoeg om zijn paarden in het gareel te houden. De koets zal koers verliezen. Maar Phaethon blijft smeken en uiteindelijk geeft Apollo toe. Ik heb Apollo afgebeeld als een te toegeeflijke vader die zijn hond op het matje roept, maar zijn zoontje laat begaan.
Apollo’s toegeeflijkheid heeft desastreuze gevolgen: Phaethon verliest de controle over de paarden en zijn koets zwiept alle richtingen op. Daardoor komt de zon te dicht bij het aardoppervlak, met als gevolg dat een deel van de mensen verkoolt. Dit verhaal geeft dus een mythologische verklaring voor het ontstaan van een gekleurde mensen. Om deze reden vind je in mijn tekening een gekleurd meisje die haar witte handschoenen uittrekt.
Door de nabijheid van de zon wordt het bovendien zo ontzettend warm op aarde dat Atlas – de god die het hemelgewelf op zijn schouders draagt – bijna bezwijkt. In mijn tekening staat Atlas boven op de koets. Hij tracht het hemelgewelf (in mijn tekening verbeeld als een groot vangnet) omhoog te houden. Om verdere rampspoed te voorkomen grijpt de dondergod Zeus in: Phaethon wordt door de bliksem getroffen en hij kukelt uit de koets. De politieofficieren spannen het veiligheidsnet, maar ze zijn al te laat.
In mijn tekening liggen er twee dode Phaethons op de grond. Twee Pheathons? Inderdaad, Phaethon is in mijn tekening alom aanwezig. Hij is immers niet zo heel uniek. We zullen ons allemaal wel in meer of mindere mate in hem herkennen. Hij heeft kinderdromen en hij is ambitieus. Maar uiteindelijk komt hij toch minder ver dan hij had gewild. Hij begint aan zijn eigen kunnen te twijfelen en hij raakt uit evenwicht. Is hij niet al te menselijk?
Ik herkende mijzelf in elk geval in Phaethon. Hij schatte zijn krachten verkeerd in en kon zijn dromen niet waarmaken. Toen ik deze tekening maakte, was ik net terug naar Nederland verhuist omdat het in London niet meer wilde lukken.
Mijn tekening toont kinderen die dromen van roem en glorie: ze willen tot in de hemel opklimmen. De volwassenen zijn al gedesillusioneerd en zij wanen zich niet langer in het bezit van goddelijke krachten. Deze volwassenen blijven echter steken in hun teleurstelling. Ze zijn chagrijnig, misnoegd en ze hebben veel kritiek op elkaar. Ze missen een bestemming. Het is tijd voor nieuwe dromen. We moeten toch proberen een beetje kinderlijke onbezonnenheid en enthousiasme te behouden.
'Phaethon's val'
potlood en inkt tekening, 145 cm x 175 cm.
Dit is een verhaal over controleverlies en over dromen die niet worden waargemaakt. Het is een persoonlijke interpretatie van een bekende Griekse mythe.
Een uitgebreidere samenvatting voor wie nieuwsgierig is:
Phaethon is de zoon de zonnegod Apollo en hij schept daar graag over op. Spijtig genoeg is zijn moeder geen godin en Phaethon is daarom ook maar gewoon mens. Dat verliest hij echter nogal eens uit het oog. Zijn leeftijdsgenootjes vinden dat Phaethon wel een toontje lager mag zingen. Vooral Ephasus is sceptisch over Phaethon’s goddelijke afkomst en hij maakt hem bespottelijk. In zijn trots gekrenkt, vertrekt Phaethon naar het paleis van de zonnegod. Hij moet en zal bewijzen dat Apollo zijn vader is.
“Mijn beste jongen,” zegt Apollo geamuseerd, “heb geen twijfel! Jij bent mijn zoon en daarom ben je mij dierbaar. Hoe kan ik dat nu bewijzen? Weet je wat, ik zal mijn vaderliefde laten blijken door een wens van jou in vervulling te laten gaan. Zoonlief, vertel me wat je hartje begeert.”
Phaethon is verrukt. Vurig wenst hij: “Vader, laat mij in uw koets de weg van de zon afleggen. Voor één dag zal ik de zonsopgang en ondergang regelen.”
Apollo heeft onmiddellijk spijt van zijn belofte: een sterveling is niet sterk genoeg om zijn paarden in het gareel te houden. De koets zal koers verliezen. Maar Phaethon blijft smeken en uiteindelijk geeft Apollo toe. Ik heb Apollo afgebeeld als een te toegeeflijke vader die zijn hond op het matje roept, maar zijn zoontje laat begaan.
Apollo’s toegeeflijkheid heeft desastreuze gevolgen: Phaethon verliest de controle over de paarden en zijn koets zwiept alle richtingen op. Daardoor komt de zon te dicht bij het aardoppervlak, met als gevolg dat een deel van de mensen verkoolt. Dit verhaal geeft dus een mythologische verklaring voor het ontstaan van een gekleurde mensen. Om deze reden vind je in mijn tekening een gekleurd meisje die haar witte handschoenen uittrekt.
Door de nabijheid van de zon wordt het bovendien zo ontzettend warm op aarde dat Atlas – de god die het hemelgewelf op zijn schouders draagt – bijna bezwijkt. In mijn tekening staat Atlas boven op de koets. Hij tracht het hemelgewelf (in mijn tekening verbeeld als een groot vangnet) omhoog te houden. Om verdere rampspoed te voorkomen grijpt de dondergod Zeus in: Phaethon wordt door de bliksem getroffen en hij kukelt uit de koets. De politieofficieren spannen het veiligheidsnet, maar ze zijn al te laat.
In mijn tekening liggen er twee dode Phaethons op de grond. Twee Pheathons? Inderdaad, Phaethon is in mijn tekening alom aanwezig. Hij is immers niet zo heel uniek. We zullen ons allemaal wel in meer of mindere mate in hem herkennen. Hij heeft kinderdromen en hij is ambitieus. Maar uiteindelijk komt hij toch minder ver dan hij had gewild. Hij begint aan zijn eigen kunnen te twijfelen en hij raakt uit evenwicht. Is hij niet al te menselijk?
Ik herkende mijzelf in elk geval in Phaethon. Hij schatte zijn krachten verkeerd in en kon zijn dromen niet waarmaken. Toen ik deze tekening maakte, was ik net terug naar Nederland verhuist omdat het in London niet meer wilde lukken.
Mijn tekening toont kinderen die dromen van roem en glorie: ze willen tot in de hemel opklimmen. De volwassenen zijn al gedesillusioneerd en zij wanen zich niet langer in het bezit van goddelijke krachten. Deze volwassenen blijven echter steken in hun teleurstelling. Ze zijn chagrijnig, misnoegd en ze hebben veel kritiek op elkaar. Ze missen een bestemming. Het is tijd voor nieuwe dromen. We moeten toch proberen een beetje kinderlijke onbezonnenheid en enthousiasme te behouden.
All images and site content copyright © 2023 by Maura Polano - All rights reserved
All images and site content copyright © 2023 by Maura Polano